Maak jij deze fouten bij het opruimen?
Eindigt een opruimklus bij jou altijd met veel frustratie en weinig resultaat?
Of kost het buitensporig veel inspanning?
Dan is deze post voor jou. Waarschijnlijk maak je net als heel veel andere mensen één of meer veel voorkomende fouten bij het uitzoeken en wegdoen van spullen.
Veel gemaakte fouten bij het uitzoeken, wegdoen en opruimen van spullen
Mensen, jij dus waarschijnlijk ook, zijn geneigd op de oude weg voort te gaan. Het maakt niet uit hoe vaak we al gemerkt hebben dat iets niet werkt we blijven toch steeds hetzelfde weer doen. Het resultaat is dat we onszelf faalervaring op faalervaring bezorgen. Ik vind dat verdrietig. Zoveel energie die aan iets anders besteed had kunnen worden.
Pas als we bewust stilstaan bij wat we doen en waarom kunnen we beginnen met veranderen.
Bescherm jezelf tegen nog meer faalervaringen. Zoek eens goed uit waar het mis gaat. Hieronder vind je een opsomming van veelgemaakte fouten bij het opruimen die ik steeds weer bij cliënten tegenkom. Welke herken jij bij jezelf?
De nieuwste posts over opruimen:
- Zit moeite met opruimen in de familie?
- Kan opruimen ontspannend zijn?
- Nee, ik wil jouw spullen niet. Een oefening in Nee zeggen
- Wat doet die vieze stapel knipsels in je huis
- Smetvrees, dwang en het huishouden
1 Je hebt niet glashelder wat je wilt bereiken
“Ik wil minder stapels”
“Het zou fijn zijn als die kast weer dicht kan”.
Zeg jij dit soort dingen tegen jezelf voor je begint met uitzoeken en weggooien? Dan is het goed mogelijk dat aan het eind van de klus de kast nog bijna net zo vol is. Je doel is niet duidelijk genoeg en er ontbreekt een glasheldere motivatie.
Glashelder is als je tegen jezelf zegt:
“Ik vind ruimte nu het aller-belangrijkste en dus gaan er zoveel spullen weg als nodig is om die ruimte te maken.“
“Ik bewaar alleen spullen die aan mijn vooraf omschreven criteria voldoen ook als het pijn doet.”
“Mijn doel van ruimte maken is nu belangrijker dan allerlei emoties die aan de spullen zijn verbonden.”
Als je niet glashelder bent over wat je wilt en waarom zul je ieder ding individueel bekijken en besluiten dat het moet blijven omdat:
- Het mooi is.
- Er goede herinneringen aan verbonden zijn.
- Het ooit nog eens van pas zou kunnen komen.
- Er (veel) geld voor betaald is.
Succesvol opruimen begint met heel helder omschrijven wat je wilt bereiken en hoe je je zult voelen als het gelukt is.
2 Je hebt niet besloten om spullen weg te doen
Ruimte maken kan alleen als je spullen wegdoet.
Opruimen is niet steeds meer spullen steeds handiger in de kast passen. Hoe verleidelijk het ook is daarmee creëer je geen ruimte. De aanwezigheid van al die spullen blijft op je drukken. Je kasten worden steeds minder goed toegankelijk. Hoe voller ze worden hoe verleidelijker het wordt om spullen even ergens neer te leggen. Na zo’n opruimactie wordt de chaos vaak alleen maar groter.
Als je huis te vol is, kun je alleen ruimte maken door spullen weg te doen. Voor je begint, moet je jezelf hebben overtuigd dat er heel wat spullen de deur uit zullen gaan.
3 Je hebt je niet genoeg gewapend tegen “Hebben is houden”
We hebben een sterke, ingebakken neiging om te houden wat we hebben. Zo heeft de natuur ons gemaakt.
We maken een andere afweging over het houden van iets dan over het nieuw aanschaffen van hetzelfde ding. Stel dat je een stapel borden in de kast hebt staan die je nooit gebruikt. Als je dezelfde borden in de winkel tegenkwam zou je ze niet willen kopen. Niet mooi genoeg, geen ruimte voor, niet nodig. Maar nu ze al in je kast staan is dat allemaal ineens minder belangrijk. Je “denkt” of eigenlijk voel je, dat ze moeten blijven. Hebben is houden.
Het is heel belangrijk om je te realiseren dat dit is hoe het werkt. Voor iedereen. Sommige mensen kunnen beter opruimen dan anderen omdat ze gedachten-strategieën hebben opgebouwd die helpen om deze neiging in bedwang te houden. Minimalisme is bijvoorbeeld zo’n strategie.
Minder vergaand maar wel heel belangrijk is de strategie om van te voren te bedenken waarom spullen mogen blijven. Voor je ook maar iets aanraakt, formuleer je je besliskader. Je schrijft voor jezelf op welke redenen er zijn om bepaalde categorieën spullen te houden. Voorbeelden van redenen waarom iets mag blijven zijn:
- Het wordt daadwerkelijk gebruikt.
- Alleen die kledingstukken blijven die ik onmiddellijk zou kopen als ik ze in de winkel zou zien. (Meer over het uitzoeken en wegdoen van kleren vindt je in de post Weg met de kledingberg)
- Papieren kunnen allemaal weg tenzij het foto’s zijn.
Alles dat niet aan je vooraf geformuleerde criteria voldoet gaat weg. Ook als het mooi is, duur was of een herinnering naar boven brengt. Dat ik dat ook niet altijd gemakkelijk vind kun je lezen in de post Waarom doe je dat niet gewoon weg.
4 Je hebt jezelf in een onmogelijke positie gebracht
Zonder dat we het in de gaten hebben, stellen we vaak eisen aan onszelf waar we niet aan kunnen voldoen. We verwachten dat we “even” een hele kamer kunnen reorganiseren. We staan er niet bij stil dat we het hartstikke moeilijk vinden om te beginnen en door te gaan met een klus die zo veel emotie oproept als opruimen en weggooien.
De klus kan niet anders dan mislukken omdat je geen rekening houdt met jezelf, met je eigen capaciteiten en emoties. Je bent weer een faalervaring rijker en zult veel stress ervaren. Bescherm jezelf hier alsjeblieft tegen. Je zult veel meer succes hebben als je alles klein houdt: je verwachtingen, de omvang van de klus, hoeveel spullen je door je handen laat gaan, hoe lang je bezig bent.
5 Je pakt teveel tegelijk aan
Een hele kamer is vaak te veel om in één sessie op te ruimen. De helft van je bureau, de eerste meter voor de deur, 25 cm van een stapel kan al meer dan genoeg zijn. Als je te veel tegelijk overhoop haalt, verlies je het overzicht en raak je ontmoedigd. Hoe hard je ook werkt, de klus komt nooit klaar.
6 Je begint met tegenzin aan de klus
Ik verwacht heus niet dat je staat je juichen bij het idee dat je die kast gaat leeghalen, alle spullen uit de verhuisdozen een plek gaat geven of eindelijk eens de stapels in de slaapkamer gaat uitsorteren.
Maar we vervallen vaak in het andere uiterste. We proberen aan een opruimklus te beginnen met de grootst mogelijke tegenzin. Bij het eerste tegenslagje, twijfelgevalletje of afleidinkje houden we al weer op. En dat is logisch want die enorme tegenzin probeerde ons iets te vertellen. Het probeerde ons duidelijk te maken dat er iets onderzocht en opgelost moet worden voor we kunnen beginnen met uitzoeken en wegdoen. Verdriet, boosheid of angst zijn emoties die je niet straffeloos kunt negeren als je succes wilt hebben. Merk je dus bij jezelf een enorme tegenzin op? Sta er dan eerst grondig bij stil waar die tegenzin vandaan komt. Ik kan je daar bij helpen als je het prettig vindt om samen te onderzoeken wat je tegenhoudt.
7 Je bent te trots om hulp te vragen
Of misschien ben je niet te trots maar schaam je je. Je schaamt je dat het zo vol is geworden, je schaamt je dat jij dat niet kunt oplossen en dus vraag je niet om hulp. In je eentje worstel je van de ene faalervaring naar de andere. De stress loopt steeds verder op en je boekt steeds minder resultaat.
Eén van de grote wijsheden die je in de loop van je leven leert is om te accepteren dat je sommige dingen niet zo goed kunt en daar hulp bij te vragen. Hoe eerder je om hulp durft te vragen hoe minder beladen het wordt en hoe gemakkelijker het voor elkaar komt.
8 Je laat je vangen door de perfectionistische eis dat je nergens spijt van mag krijgen
Voor je begint met opruimen heb je één grote angst en die is: “Straks gooi ik iets weg dat ik later terug wil.” Alles in jou zegt dat het een ramp zou zijn als je later iets nodig zou hebben dat je nu hebt weggedaan. Je hele opruimen en sorteren draait om het voorkomen van die ramp. Je kunt dus niet al te veel weg doen want stel je voor dat je het later terug zou willen!
Om te beginnen mag je je realiseren dat dit angst is. Het voelt als een echt gevaar dat voorkomen moet worden maar dat is het niet. Het is angst die je verlamt.
Het is waar dat je iets kunt missen later als je veel hebt weggedaan. Dat is een reëel risico. Een risico dat je accepteert. Wie heel veel wegdoet zal een paar dingen missen. De andere dingen mis je niet. Je denkt er zelfs nooit meer aan. En je hebt nu wel veel meer ruimte in je huis. De meeste mensen kunnen zichzelf vertellen dat ruimte en rust in huis belangrijker is dan een ding. Of ze zeggen tegen zichzelf: “Als ik het later nodig heb, kan ik het altijd opnieuw kopen.”
Sommige mensen kunnen zich er niet overheen zetten. Ze lopen helemaal vast op de angst spijt te krijgen. Als de angst je in zijn greep heeft, kun je niet meer zien dat het helemaal niks geeft om iets te missen. Het is niet erg om spijt te hebben van één of twee dingen. Het is niet erg om een tijdje te zoeken naar iets en dan tot de conclusie te komen dat je het kennelijk hebt weggegooid. Het is een kleine ergernis, geen ramp.
Als je de pech hebt dat deze angst je leven overheerst, heb ik vervelend nieuws voor je: die angst zorgt er voor dat je waarschijnlijk niet in je eentje je huis zult kunnen opruimen en ook niet met de hulp van een gewone organizer. Ik zeg dit om je te beschermen tegen weer een nare ontmoedigende faalervaring, niet om je te veroordelen.
Om een mooie uitspraak van Menno Oosterhof te lenen “Het is rot VOOR jou niet rot VAN jou.” Je hebt een groter achterliggend probleem dat eerst moet worden onderzocht en onder controle gebracht voor je kunt beginnen met uitzoeken en weggooien. Een achterliggend probleem kan bijvoorbeeld OCD zijn, een angststoornis, PTSD of vastgelopen rouw.
Je eerste stap is om samen met de huisarts de weg naar de juiste psychologische hulp te zoeken. Vindt je dat nog te spannend? Via de website Wijzijnmind kan iedereen met psychische klachten anoniem contact opnemen met hulpverleners om vragen te stellen en advies te krijgen.
9 Je werkt met de drie bakken methode: blijven, weg en twijfel
Een veel gebruikte tip is om alle spullen waar je over na wilt denken te sorteren in drie bakken: “blijven”, “weg”, en “twijfel”. Het idee is dat je aan het eind nog eens goed nadenkt over de twijfelgevallen en dan alsnog beslist over blijven of weg.
Als je tamelijk rationeel om kunt gaan met het wegdoen van spullen, werkt dit uitstekend. Door twijfelgevallen eerst even apart te leggen, remmen ze de rest van het sorteren niet. Na afloop heb je genoeg tijd gehad om te verwerken dat je afscheid gaat nemen van deze spullen en gaat het merendeel weg. Een enkel ding zul je weloverwogen besluiten te houden.
Als je het moeilijk vindt om afscheid te nemen van je spullen zul je merken dat er heel veel op de stapel “twijfel” terecht komt. Bijna alles is “blijven” of “twijfel”. Als je de stapel twijfel nog eens doorwerkt, besluit je om bijna alles toch maar te houden. Alleen het echte onbruikbare spul mag weg. Op zich is er niks mis mee om te besluiten dat je bijna alles wilt houden maar als je ruimte wilde maken in je huis, is dat niet gelukt.
Als je uitzoeken en wegdoen van spullen heel erg moeilijk vindt, werken de gewone tips niet zo goed. Ik heb tips voor je die beter werken:
Post: “Ontspullen zo lukt het wel”.
Cursus via email: “Cursus opruimen en weggooien als je dat heel moeilijk vindt“
Boek: “Opruimen en weggooien als je dat echt heel moeilijk vindt”
10 Je stelt te veel eisen aan de bestemming van je afgedankte spullen
Afscheid nemen van spullen is een stuk gemakkelijker als je weet dat ze goed terecht komen. Die ongedragen kledingstukken van een goed merk geef je liever aan je nichtje dan ze in de container te gooien. Logisch.
Je mag best even nadenken over wat je met de spullen doet. Spullen die echt nog goed zijn kun je weggeven, verkopen of naar de kringloop brengen. Kleine elektronica en batterijen horen niet in het gewone afval thuis. Als ik je kom helpen met opruimen, sorteren we ook zo. Afval, kringloop, oud papier, glas en elektronica gaan in principe apart.
In principe. Het vinden van een bestemming moet geen rem op het opruimen worden. Soms stel je zo veel eisen aan de bestemming van je afgedankte spullen dat ze je huis nooit verlaten. In plaats van op te ruimen besteedt je al je energie aan nadenken over de allerbeste bestemming.
In dat geval mag je het loslaten. Als jij verzuipt in de spullen en de gevolgen van niet wegdoen groot zijn, kun je beter alles weggooien dan tijd en energie verspillen aan de bestemming. In de post Recycle jezelf niet de put in vind je voorbeelden van de manieren waarop gepieker over de bestemming van afgedankte spullen zorgt dat er niet wordt opgeruimd. Als je de keuze hebt tussen een echtscheiding en alle overtollige spullen nu naar het grofvuil brengen, mag je van mij voor deze keer alles afvoeren zonder te sorteren.
11 Je voert niet direct af
Je hebt een hele middag hard gewerkt en best veel uitgezocht dat weg kan. Nu ben je moe. Je hebt geen zin meer om naar het grof vuil en/of de kringloop te rijden. Je zet alle spullen in de gang. Ze staan onwijs in de weg. Drie maanden later staan ze er nog. “Hoe kan dit toch?” vraag je je af. Hier zijn een paar redenen:
- Starten is moeilijk voor jou en dus kom je niet in actie om de spullen weg te brengen.
- Je hebt jezelf voor de gek gehouden. Tegen jezelf zeg je: “Wat heb ik goed opgeruimd en zo veel spullen weggedaan.” Maar in werkelijkheid heb je helemaal niks weggedaan. Je hebt spullen verplaatst in je huis. Hoe moeilijker je het vindt om afscheid te nemen van spullen, hoe sneller je zult vallen voor deze onbewuste strategie.
Nu denk je misschien, wat geeft het. Ooit zullen die spullen toch wel afgevoerd worden, wat maakt het uit dat het wat langer duurt. Het maakt heel veel uit:
- Helaas heb ik bij cliënten al heel wat echtelijke ruzies mogen bijwonen over wiens schuld het is dat die spullen er nog staan. Hij zegt dat het haar schuld is want ze heeft zo veel mitsen en maren over wat er met die oude spullen moet gebeuren terwijl hij ze in één keer naar het grofvuil wil brengen. Zij zegt dat het zijn schuld is want hij zou het doen en hij doet het niet. Hun huwelijk kraakt al in zijn voegen en dit helpt niet om weer dichter bij elkaar te komen.
- De volgende morgen kijk je nog eens in de dozen en zakken en je denkt: “Bij nader inzien wil ik dit nog houden en dat ook. Je haalt een boel overbodige spullen weer terug in je huis.
- Na een tijdje vergeet je dat deze dozen en zakken moeten worden afgevoerd. Laatst heb ik met een cliënt een paar dozen opnieuw doorgekeken die 10 jaar geleden bij de voordeur waren gezet om afgevoerd te worden.
Het is dus belangrijk dat je aan het eind van een opruimklus alles afvoert waarvan je op dat moment hebt besloten dat het weg mag.
12 Je beschermt jezelf niet tegen een nieuwe faalervaring
Stress maakt dat je niet meer kunt nadenken. Mensen die in de stress zitten maken keuzes waardoor ze nog meer stress krijgen. Denk voor je begint met je volgende opruimklus even heel goed na waar je stress van krijgt en welke veelvoorkomende fouten jij maakt. Op die manier kun je jezelf stress besparen en succesvoller opruimen.
Als je bijna alles herkent dat hierboven beschreven is, kun je het beste iemand zoeken die jouw kan helpen met opruimen. Jij vindt sorteren en weggooien van spullen kennelijk erg moeilijk. Dat is op zich niet erg. De één heeft moeite met dit, de ander met dat. Het is wel erg dat je jezelf keer op keer dwingt om opnieuw zoveel stress te krijgen van opruimen zonder dat het lukt. Ik zou zo graag willen dat je daar mee stopte. Hulp, in persoon, in jouw huis, is de snelste en prettigste manier om minder stress te krijgen. Als je om de één of andere reden nog even niemand in je huis wilt toelaten, stap dan in elk geval over op een opruim-methode die wel werkt. Speciaal voor mensen die opruimen en weggooien echt heel erg moeilijk vinden schreef ik een boek en een nu nog gratis cursus.
Cursus via email: “Cursus opruimen en weggooien als je dat heel moeilijk vindt“
Boek: “Opruimen en weggooien als je dat echt heel moeilijk vindt”
Wil jij je huishouden meer ontspannen, efficiënter en opgeruimder?
Kun jij wel wat inspiratie en tips gebruiken? Schrijf je dan in voor de Tips voor een prettig huishouden. Elke week een praktische tip in je mailbox.